Zouaaf Albertus SMITS

Het geboortehuis van Albert Smits, de voormalige smidse in de Grootestraat.

Albert werd geboren Batenburg op 17 augustus 1838 als zoon van de smid Antonius Smits (*Megen 1800) en Johanna van Dam (*Horssen 1814) die in 1850 woonden in de Grootestraat 75. Vader Gerardus, ook smid, was in 1832 al de eigenaar/bewoner van het perceel D45 (nu Grootestraat 24). Albert (in het bevolkingsregister in 1850 abusievelijk ingeschreven als Lambertus) was het 2e kind in een reeks van 9. Hij werd eind 1856 uitgeschreven naar Reek, diende van 28 april 1857 tot 24 september 1860 in het 5e Regiment Infanterie en kwam terug naar Batenburg. Hij meldde zich 5½ jaar later in februari 1866 in Brussel en was daarna pauselijk zouaaf tot maart 1868 (matricule-nummer 2443). Hij deed in die periode mee aan de Campagne van 1867 en ontving daarvoor de Bene Merenti en Mentana medailles. Hij kwam naar huis maar ging een jaar later terug naar Rome waar hij weer als zouaaf diende van september 1869 tot de val van Rome in september 1870 (matricule-nummer 9082). Twee maanden later werd hij weer als smid in Batenburg ingeschreven. Vandaar vertrok hij op 10 juli 1871 naar het naburige Appeltern, waarna zijn spoor niet meer is gevolgd. Albert Smits moet in de navolgende jaren, waarin de nieuwe kerk en het klooster van Batenburg werden gebouwd, een bijzondere status hebben gehad in zijn geboortedorp.
Zijn vader Antoon bleef op de Grootestraat 85 als hoefsmid actief en ook zijn moeder leefde nog lang. De hoefsmederij werd vanaf 1878 voortgezet door zijn broer Antoon jr en diens vrouw Antonetta van den Hoogen die er 4 kinderen grootbrachten. In 1916 stond er weer een volgende generatie klaar: neef Johannes Smits en zijn vrouw Johanna Wagenaar namen de smederij over.

Bron:
Zouavenmuseum, Oudenbosch.
Bevolkingsregister Batenburg.