Het pensionaat.

Een belangrijke bron van inkomsten voor de zusters was het “Pensionaat voor Jonge Juffrouwen”. In een eigen brochure van rond 1885 wordt dat als volgt beschreven:

Prospectus pensionaat
Prospectus pensionaat. Klik voor vergroting.

De eerste leerling werd al een maand na de opening van het gebouw in 1881 in het pensionaat opgenomen. Het was de 12-jarige Maria Smits uit Reek. Ze kreeg na een paar weken gezelschap van de 10-jarige Anna Kersten uit Druten en in februari van twee zusjes Heijn van 8 en 9 jaar uit Maasbommel. Dat waren mogelijk wezen want zij bleven lang bij de zusters wonen: de oudste Aleida bijna 6 jaar en de jongste Johanna zelfs bijna 10 jaar. Na de zomer van het eerste jaar opende het nieuwe schooljaar met 6 leerlingen. Een jaar later waren dat er 13 en in de jaren daarna groeide de kinderschaar tot een constant aantal van tussen 20 en 25 “pensionaires”. Verreweg de meeste waren, als ze werden aangenomen, tussen 10 en 14 jaar oud. Maar er werden ook wel kinderen geplaatst vanaf 6 jaar en tot 17 jaar oud. Elk jaar stroomde er meestal een klein tiental meisjes in en uit. De gemiddelde verblijfsduur was ruim 2 ½ jaar, hoewel 4 tot zelfs 7 jaar ook regelmatig voorkwam. In totaal zaten er in de vijftig jaren van het bestaan ervan ongeveer 450 meisjes in het pensionaat .
Op het pensionaat zaten ook inwoonsters van Wijchen. Mevrouw de Klein uit de Burchtstraat was één van hen. Ze vertelde in 1984 aan een lokale krant: “Mijn moeder, mevrouw Serben, zat er al in 1886 en daardoor werd ik eigenlijk vanzelf ‘pensionaire’. We spraken veel Frans en moesten nogal wat kerkgeschiedenis doorworstelen. Het was er behoorlijk streng, maar dat heeft uiteindelijk toch geen averechtse uitwerking gehad. We mochten maar twee of drie keer per jaar naar huis. Als we dan terugkwamen, moesten we onder geleide vanaf Ravenstein per rijtuig naar het Batenburgse veer. Ook Mien de Leest uit Wijchen heeft er gezeten en van de rode wijn met gebak geproefd, wanneer de pastoor feest had.”

Janus Kolen, april 2014