Archeologie

Iedere Batenburger weet: als je hier graaft dan vindt je van alles. Dat weten ze in het Wijchense gemeentehuis ook en je mag dan ook nergens graven zonder dat er een archeoloog toezicht houdt. De gemeente Wijchen heeft daarvoor het archeologisch adviesbureau RAAP in de arm genomen. Door dit bureau zijn in het verleden al proefboringen gedaan. De resultaten daarvan waren veelbelovend en daarom stelde de gemeente een budget beschikbaar voor archeologisch onderzoek.

In november en december 2018 werd in Batenburg nieuwe riolering aangelegd in de Kruisstraat, de Kerkstraat en de Stadswal. Daarvoor is flink gegraven, onder archeologische begeleiding. Er werd  in de soms wel drie meter diepe geul van alles gevonden. Niet de gouden munten waar iedereen steeds naar vraagt. Wel een zeer zeldzame middeleeuwse laars die wonderwel is geconserveerd. In De Gelderlander heeft iedereen kunnen lezen over de 13e eeuwse fundamenten van een toren op de hoek van de Touwslagersbaan en de Stadswal. Dit is waarschijnlijk een restant van de stadsversterking. Mogelijk was dit de zogenaamde Kattentoren waarvan in oude publicaties sprake is. Tot in de 19e eeuw zijn daarvan nog resten bovengronds zichtbaar gebleven.

Het meest interessante deel van de graverij in 2018 waren de gevonden bodemprofielen en de daarin aangetroffen honderden, meest onooglijke zaken zoals potscherven en metalen voorwerpen als messen, hoefijzers, haarpinnen en muntjes. Die kunnen door de experts vaak heel goed worden gedateerd. In combinatie met de grondlaag waarin ze worden gevonden vertellen ze het verhaal over de bewoningsgeschiedenis van ons stadje. Uit de bodemprofielen kan worden afgeleid hoe mensen de oorspronkelijke ondergrond hebben gebruikt en opgehoogd. De ophooglagen in Batenburg zijn hier en daar in totaal wel anderhalve meter dik.

Torenresten Stadswal.

Batenburg blijkt grotendeels gebouwd op een (neven)geul van de Maas die in de 12e eeuw nog stroomde. Op de hoge rand daarvan, bij de dorpspomp, waar nu de Custerie staat, is de oudste bewoning gevonden, een nederzetting uit de ijzertijd, 600 jaar voor Christus. In een oude restgeul, waar nu de Kruisstraat is, werden bewoningssporen gevonden uit de 8– 9e eeuw, ten tijde van Karel de Grote. In het hele onderzoeksgebied werden voorwerpen aangetroffen vanaf de 12e eeuw. Pas in de 14e eeuw echter, met de aanleg van de Ringdijk, kreeg het stadje enigszins de contouren zoals we die nu nog kennen.

Het oogt misschien weinig spectaculair, maar de gevonden sporen en voorwerpen leiden er wel toe dat de vroege geschiedenis van Batenburg moet worden herschreven. We kijken daarom uit naar het eindrapport van RAAP, dat in het voorjaar wordt verwacht. In een interview op locatie voor de Wijchense omroep liep RAAP-archeoloog Laurens Fokstra daarop al een beetje vooruit.

Eerder onderzoek

In 2014 is een uitgebreid RAAP-rapport verschenen naar aanleiding van de archeologische begeleiding van de rioolaanleg in de Kruisstraat, Parallelweg en ’t Straatje. Tijdens dat onderzoek werd onder meer op ruim een meter diepte achter de Grootestraat een straatje gevonden van veldkeien. Het verloop van de bodemprofielen toonde ook aan dat de Maas vroeger, voor de aanleg van de Ringdijk, tot vlak achter de Grootestraat stroomde.

JK december 2018