De restauratie van het interieur.

Tussen 2008 en 2012 restaureerde een groep vrijwilligers het interieur. In de zestiger jaren was de hele kerk grijs geschilderd. Deze verflaag werd verwijderd. De originele beschildering kwam weer tevoorschijn en werd deels gerestaureerd. Ook de altaren, de preekstoel, de kruisweg en de devotiebeelden werden opnieuw gepolychromeerd. Ter gelegenheid van de afsluiting van de restauratie werd een herdenkingsboekje gemaakt. Een digitale versie daarvan vindt u onder deze Link.

Nadat eerst de buitenkant en de constructie van de kerk met subsidie van de Rijksdienst Monumentenzorg waren gerestaureerd, kwam er ook geld beschikbaar om de binnenkant van de kerk onder handen te nemen. Met die subsidie konden de ramen van Mengelberg worden gerestaureerd en teruggeplaatst (zie het hoofdstuk over de kerkramen) en konden het hoogste deel van de kerk en het priesterkoor worden geschilderd. Hiervoor was het bouwen van een zeer hoge steiger over de volle lengte en breedte van de kerk nodig. Dit werk werd in 2008 uitgevoerd door het schilderbedrijf van Elk, onder supervisie van de Rijksdienst. Daarmee was een probleem opgelost: op deze hoogte werken is ondoenlijk voor de meeste vrijwilligers. Een enkeling, zoals Wim Nikkelen, trotseerde echter de hoogte en het vuil om de gewelven vrij te maken van aanslag en stof. Hiermee konden de schilderkosten flink worden gedrukt. Deskundigen in kerkrestauratie adviseerden over de kleurstelling en de te gebruiken verfmaterialen.

Ook de kruisweg is door Mari van der Steen opnieuw gepolychromeerd.

Jaren eerder al, in 2004, had Tonnie Gesthuizen het initiatief genomen om in de oostkapel (de huidige Mariakapel) gedeelten van de oude beschildering weer zichtbaar te maken. Deze rijke, naar de moderne smaak wat al te uitbundige versiering was begin zeventiger jaren verdwenen onder een dikke laag grijze verf. Het (gedeeltelijk) terughalen van deze beschildering was niet voorzien in het plan van Monumentenzorg. Tonnie ging niettemin stug door met het voorzichtig verwijderen van de verflaag en het restaureren van de beschildering die eronder vandaan te voorschijn kwam.  Na jaren van eenzaam ploeteren bleek zijn arbeid vruchten af te werpen. Het schoonmaak- en schilderwerk in de hoge gewelven en het restauratiewerk in de Mariakapel inspireerden ook anderen om bij het project aan te haken. Zo groeide, na een oproep in het Batenburgse Groentje, een vaste vrijwilligersgroep die gedurende jaren op de dinsdagavond uiteindelijk de hele kerk onder handen nam. Daarbij werd voortgebouwd op het “fundament in de hoogte” dat door Wim en de professionele schilders was gelegd en het fundament in de Mariakapel van Tonnie. Er was nog wel een flinke  steiger nodig om te kunnen aansluiten op de hoogte waarop het schildersbedrijf was opgehouden. Deze steiger werd in de wintermaanden van 2011 kosteloos beschikbaar gesteld, inclusief professioneel opbouwen en afbreken, door het schildersbedrijf Broekhuijse uit Appeltern.

Tonnie Gesthuizen restaureert de altaarbeschildering.
Tonnie Gesthuizen restaureert de altaarbeschildering.

Na de de tegelwanden zijn ook de preekstoel, de kruisweg en de altaren door de groep ontdaan van de alom aanwezige grijze verf. De polychrome beschildering van de beelden is daarna uitgevoerd door Mari van der Steen.

In de westelijke zijkapel is het herdenkingsmonument voor Jan Steeg en zijn moeder Geertrui Smits voor zover mogelijk weer in ere hersteld. Het bovenste deel werd buiten de kerk tegen de zijmuur teruggevonden. De oorspronkelijke neogotische top en versieringen zijn helaas verdwenen. Wat rest is schoongemaakt en weer op zijn oorspronkelijke plaats teruggezet.

Het Steeg-monument wordt teruggeplaatst.

Gedurende deze jaren van restauratiewerk werden tegen de verdrukking in toch de kerkbanken schoon en in de boenwas gehouden door Joke Janssen. Op de achtergrond was er ook steeds Mien Lepoutre die de ploeg elke dinsdagavond voorzag van iets lekkers uit eigen keuken. Vooral de puddingbroodjes vielen goed in de smaak. En natuurlijk moet ook niet de vaste schoonmaakgroep van de kerk worden vergeten, die telkens weer opnieuw kon beginnen met het schoonmaken van de “werkplaats”. In april 2012 werd het werk afgerond, hoewel het eigenlijk nooit helemaal klaar is.

Janus Kolen, juni 2012.